jantje en piet hebben gedroomd. jantje vroeg aan piet: wat heb jij gedroomd? ik heb gedroomd dat ik op de kermis was en jantje: wat heb jij gedroomd ik heb gedroomd dat ik een feestje gaf en dat jij niet werd uitgenodigd. piet vroeg en waarom dan niet? OMDAT JIJ OP DE KERMIS WAS!

de juffrouw staat voor de klas en vraagd aan jantje, er zitten 6 vogels op het hek je schiet er 2 dood hoeveel vogels blijven er dan nog over. jantje anwoordt geen enkele juffrouw want de andere vogels vliegen weg, bang geworden van het schieten. nee jantje het antwoord is 4 maar je manier van denken bevalt je wel.

jantje liep langs het huis van de burgemeester, en hij spuugd op het raam. riep de burgemeester vind jij het leuk als ik ook op jou raam spuug. nou dat is knap ik woon op de 24e verdieping.

jantje drinkt voor het eerst karnemelk. jantje, tante dit heeft een rare smaak. tante, dat is normaal. zegt jantje ik denk dat de koe nog niet rijp is.

jantje zijn moeder vraagd ga je ook mee naar de bakker toe. jantje gaat met zijn moeder mee en zijn moeder rekent af. de bakker zegd wil je ook een lolly en geeft jantje een lolly. jantjes moeder reageerd daarop wat zeg je dan? jantje, mag ik er nog 1.

jantje zegd de meester, vertel me eens wat wind is. wind meester, antwoord jantje, dat is lucht die haast heefd. meester, jantje hoe weten we dat de aarde rond is. jantje, omdat u dat ons in de vorige les al heeft verteld meester?

de meester heeft het over de verleden tijd en tegenwoordige tijd. de meester vraagd aan jantje wat is ik ga naar de meester. jantje antwoord verprutste tijd. meester, nee dat is tegenwoordige tijd. jantje, nee hoor mn moeder zegt dat u een prutser ben.

hoepelen tante zegt jantje. kunt u goed hoepelen? tante, hoezo jantje? waarop jantje antwoord: omdat papa hooopt dat je gauw ophoepelt